Een serie over de beeldkwaliteit (2)
Door Martin Liebregts en Sandra Arts
Het verschijnsel rijtjeswoning, waarbij eenzelfde woning achter elkaar wordt geschakeld als strengperssteen, dateert pas van de jaren zestig uit de vorige eeuw. Vooral de systeembouw had hier patent op. Woningen werden niet meer gespiegeld met gecombineerde voordeuren, kopgevels kregen geen enkel accent en het dak was een doorlopend geheel. De eenvoud als beeldtaal ten top. In voorafgaande perioden was er sprake van een totaal andere beeldtaal en -traditie in de woningbouw.
Welke lessen zijn er uit het verleden te trekken en wat betekenen ze voor de aanpak van de bestaande woningvoorraad, waar het rijtje de basis van het blok vormt? De aanpak van de bestaande woningvoorraad vraagt bij de bewerking van het beeld om heroriëntatie. Maar de voortdurende vraag is, welke ruimte er bestaat in de praktijk. Alvorens deze vraag te kunnen beantwoorden, kijken we eerst terug naar het gebruik van de beeldtaal in het verleden.
Kapvormen als massageleding
Zeker in de tuindorpen is de vorm van de kap een belangrijk beeldbepalend element. De combinatie van verschillende dakvormen (zadeldak, topgevels, schilddak en mansardekap) zorgt ervoor dat er een zeer gevarieerd beeld ontstaat met duidelijke geleding. Ofschoon de raamopeningen identiek zijn, krijgt toch elke plek in de straat zijn eigen identiteit. Natuurlijk zijn de kopgevels hierbij van groot belang om tussen bouwblok en stedenbouwkundige situaties de juiste accenten te realiseren. Hierdoor ontstaat, ondanks het gebruik van de basiseenheid als woning, geen uniform rijtje maar een gevelwand.
De symmetrie
Symmetrie is een belangrijk middel om samenhang aan te brengen en het geheel van maat te voorzien. Bij de rijtjeswoning van de afgelopen vijftig jaar is en wordt dit vaak vergeten. De abstractie van herhaling domineert meer dan het gevoel voor maatbeleving. Door simpel woningen te spiegelen ontstaat een woning van twee. In het verleden is dit middel bijna altijd toegepast als ordeningsprincipe.
Door nieuwe, sprekende massaelementen toe te voegen, zoals dakvorm, dakopbouw of kaders, is de totale massa opnieuw te positioneren en daarmee een symmetrisch beeld te beleven.
Herhalende gevelopening en hoeken als uitzondering
Zowel in de traditionele architectuur en tijdens het Modern Bouwen, als heden ten dage wordt er gebruik gemaakt van zich herhalende gevelopeningen of van een kleine variatie hierop. Vaak is dit element een ondergeschikt onderdeel in de beleving van variatie en eigenheid. Het is veel meer de samenhang tussen de openingen die de maat en het ritme bepalen. Door kaders te gebruiken of door de verdieping van een eengezinsrijtjeswoning meer samenhang te geven, kan een totaal nieuwe ordening ontstaan, waarbij een blok van woningen als totale maat te lezen valt. Het is deze zoektocht die kan leiden tot die correctie die bescheiden is, maar wel het gewenste effect sorteert.
In de traditie van de tuindorparchitectuur bieden de hoeken extra ruimte om de eigenheid van de plek te benadrukken. In principe kan bijna iedere kopgevel anders zijn, met gebruik van een beperkte set aan ingrediënten (deur, meerdere raamafmetingen, erker etc.). Hierdoor ontstaan, binnen een zich herhalend patroon, bijzondere ruimtelijke identiteiten. De straat krijgt hierdoor zijn geleding en wordt het beeld voor de bewoner verlevendigd.
Decoratie als kleine accenten
Met steeds meer bewondering of verwondering kijken we terug naar de architectuur uit het verleden, waarbij metselwerk met beperkte details opgesierd werd in de vorm van siermetselwerk, kaders of iets dergelijks. Ook specifieke rollagen vormden een onderdeel van de middelen die hierbij werden ingezet.
De herwaardering van deze decoratie-elementen is geen kwestie van nostalgie, maar zegt eerder iets over de zoektocht naar iets onderscheidends of naar een gevoel van verwantschap.
Juist bij de kwaliteitsaanpassing van de bestaande woningvoorraad moet er ruimte zijn om met respect voor het verleden nieuwe (kleine) accenten aan te brengen. Eén van de alledaagse aanvullingen vormen de luifels bij de voordeur van eengezinswoningen.
Eenvoud van patronen en gevarieerd beeld
Het is vaak het samenspel van beeldelementen, die leidt tot een gevarieerd beeld. Vaak berust dit op de inzet van eenvoudige elementen, die in verschillende samenstellingen gecombineerd worden en zo tot een diversiteit aan beelden binnen een samenhangend geheel leiden. Je zou het kunnen vergelijken met een pizzarestaurant, die buiten vijftig verschillende pizza’s aanprijst en die dat doet door uiteenlopende combinaties van een beperkt aantal ingrediënten.
Het is vaak niet de complexiteit aan stijlmiddelen die ervoor zorgen dat een gevarieerd beeld ontstaat. Er is eerder sprake van het tegendeel. Juist de eenvoud van patronen draagt ertoe bij dat de gevels van blokken als onderscheidende eenheden herkenbaar worden.
Beste Sandra,
Dit geeft inderdaad een heel nieuwe dynamiek in de voorraad. Interessante ontwikkeling die veelal niet door gemeenten worden gewaardeerd in het bijzonder welstand. Deze willen graag vasthouden aan een strakke regie. onlangs zo’n zelfde projectvoorstel gelanceerd echter spaak gelopen op de wijziging van de verschijningsvorm. Hoe hebben jullie gemeente en bewoners hierin meegekregen ?
Beste Ruud
Bij de te realiseren beeldkwaliteit is niet het complex de leidraad, maar het blok, de straat en de buurt. Juist de samenhang hierin in de drager van de kwaliteit. Om bewoners in zo’n proces mee te krijgen, is het essentieel dat het beeld aansluit bij hun droom en dat er eventueel iets te kiezen valt. De gemeente of welstand zal het beoordelen op de samenhang in de totale beelkwaliteit en de ruimte voor verbijzonderingen.
Graag geven we inhoud aan zo’n proces.