Door Martin Liebregts
Foto’s: Roel Simons
In de jaren vijftig en zestig domineerde de ligusterhaag de tuinen van de rijtjeswoning, soms afgewisseld met meidoorn, beukenhaag of laurierkers. Het groene karakter van de wijken werd er extra door versterkt. Een goed geknipte ligusterhaag was de toets van bijna elke bewoner.
De bewoners waren een soort pioniers, die de grootschalige stadsuitbreidingen gingen bewonen. Zij combineerden de nieuw verworven luxe met de traditie uit het verleden. De ligusterhaag was hiervoor het symbool. De paaltjes met draad vormden de lijn waarop de plantjes uitgezet werden. Maar nu, zoveel jaren later, is er veel veranderd. De bewoner woont meer op zichzelf en van een gemeenschap is niet zonder meer sprake. In zo’n situatie probeert eenieder zoveel grond goed omheind te krijgen.