Door: Anita van Hezik
Pien en An in de Vogeltjesbuurt, de Angels in Drents Dorp, de caravan van GAME in de Driften.
Zomaar wat voorbeelden van acteurs, architecten of anderen, niet verbonden aan de corporatie of gemeente, die worden ingezet om bewonerwensen boven tafel te krijgen. Deze nieuwe, creatieve manier van participatie op het moment dat een wijk grootschalig wordt opgeknapt, komt steeds vaker voorbij.
Oude participatie
Creatieve initiatieven zijn nodig, omdat de traditionele manier van bewonersparticipatie (vergaderen, planpresentatie en ‘we nemen de opmerkingen mee’) niet meer werkt. En misschien wel nooit heeft gewerkt. Zelfs bij de stadsvernieuwing in de jaren 80 kwamen weliswaar sterke bewonersgroepen op voor de belangen van de wijk, maar de vraag was wel of dat de belangen van álle wijkbewoners waren. De betrokkenen waren vooral grijze, blanke mannen en een enkele vrouw van wie de kinderen de deur uit waren. Ik heb groot respect voor hun jarenlange inzet en de vrije tijd die ze opofferden aan ingewikkelde vergaderingen en slepende processen. Helaas zag ik de jongeren, jonge gezinnen, allochtonen en studenten, die ook in de wijk woonden, zelden op de bewonersbijeenkomsten.
En anno 2014 bestaat de gemiddelde bewonersorganisaties nog steeds uit met name autochtone mannen.
Doel
Het blijft een interessant vraagstuk; hoe krijg je bewoners betrokken bij je plannen, hoe krijg je draagvlak en hoe wordt sociale samenhang opgebouwd? Dat zijn drie verschillende doelen.
Bij grootschalige wijkingrepen is het wenselijk om bewoners te betrekken bij bouwkundige en stedenbouwkundige ingrepen, zodat een woning en woonomgeving ontstaat die zoveel mogelijk aansluit bij realiseerbare wensen van ervaringsdeskundigen. Dit vergroot de kans op draagvlak en daarmee snellere besluitvorming en planrealisatie.
Het laatste doel, de sociale samenhang bevorderen, is in (achterstands)wijken continue een aandachtspunt. Juist op plaatsen waar veel mensen dicht op elkaar wonen en waar ze elkaar voortdurend tegenkomen, waar de woningen gehorig zijn en waar de ramen ver open moeten om in de zomer nog enigszins van de zwoele avond te kunnen genieten. Als buurtbewoners elkaar enigszins kennen accepteren ze meer van elkaar en spreken ze elkaar bij irritatie makkelijker aan. Dit staat dus los van wijkaanpak, maar vaak is dit wel het moment dat hierop ingezet wordt.
Middel
Deze verschillende doelen kun je op een andere manier en op een ander moment aanvliegen. In mijn vorige blog heb geschreven over bewonersparticipatie bij herstructurering. Dit kan doelgericht met een kleine groep geïnteresseerde wijkbewoners, die alleen voor dit onderwerp op gezette tijden meedenken.
De sociale samenhang bevorderen kan door bijvoorbeeld de Angels in te zetten die bij bewoners van alles oproepen en los maken.
Wat de wijkbewoners dan doen, samen breien, huiswerkbegeleiding of via social media sociale controle in de woonomgeving uitoefenen, dat maakt niet uit en hangt af van interesse, leeftijd en opleidingsniveau. Initiatief moet vooral van hen zelf komen en het succes valt of staat met de continuïteit. De creatievelingen kunnen iets los maken, maar de bewoners zullen het zelf moeten blijven volhouden en dat is wat anders dan meegesleept worden door enthousiasme van Pien en An.
De vragen
De vraag is of je hiermee draagvlak krijgt voor grootschalig ingrepen. De corporatie kweekt wel goodwill en via een omweg ervaart ze dan waarschijnlijk minder weerstand bij de wijkaanpak.
Toch ook hier het oude dilemma: bereiken de creatievelingen wel alle bewonersgroepen? In enkele van die wijken zag ik voornamelijk de autochtone vrouwen van middelbare leeftijd actief en enthousiast.
En tot slot de vraag of Pien en An en de Angels langdurige betrokkenheid bewerkstelligen.
Ik ga hierover graag met u in discussie.