Er was eens…..

Het dilemma van verschillende perspectieven bij grootschalige renovatie 

Door Sandra Arts

Het blijft telkens weer een lastige situatie, het renoveren van woningen voor de zittende bewoners terwijl de woningen een monumentale status hebben. De overheid heeft dus ook iets te zeggen over het uiteindelijke resultaat, terwijl de eigenaar (de corporatie) het laatste woord wil hebben over wat er daadwerkelijk wel of niet gebeurt en de bewoner moet er prettig in blijven wonen.

Monumentale woningen staan er vaak al bijna honderd jaar. Destijds gebouwd volgens de toen geldende eisen en normen. In de jaren zeventig hebben deze woningen de renovatiegolf meegemaakt, waarbij het vooral ging om praktisch en functioneel, verruimen en meer daglicht. Met deze ingrepen had het beeld een minder hoge prioriteit dan nu. De uitstraling van de woningen is er na deze renovatieperiode dan ook meestal niet op vooruit gegaan.
Met de renovatieperiode die nu voor de deur staat, is er wel aandacht voor het beeld, vaak met het gevaar dat de bewoners voor hen belangrijke kwaliteiten moeten inleveren. Denk bijvoorbeeld aan de enorme, sober vormgegeven dakkapellen, die in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw op de daken van de kleine arbeiderswoningen zijn verrezen; veel ruimtelijke kwaliteit tegen vermindering van de beeldkwaliteit.

Lees verder

EEN NIEUW ‘WARM’ UITERLIJK

Door Sandra Arts

voor renovatie

Situatie
De wijk Bloemstede in Maarssen bestaat uit een stempelverkaveling met allemaal vrijwel identieke woningen gebouwd in de periode 1973-1975. De stempels zijn gegroepeerd in zogenaamde clusters/eenheden. Binnen een cluster is een centraal parkeerplein waar omheen de woningen gerangschikt zijn.
Zowel qua uitstraling als ontwerp zijn deze woningen typerend voor de eengezinswoningen in Nederland uit deze tijd. Ze hebben een smalle beukmaat en de berging is gelegen aan de voorkant van de woning. De gevels bestaan uit betonsteen en gewassen betonnen borstweringselementen.
Woningcorporatie Portaal bezit circa 360 woningen in deze wijk. 151 kleine eengezinswoningen in een complex met het woningtype dat gerenoveerd is, 84 grote eengezinswoningen in een complex waarvan de woningen bij mutatie verkocht worden, 125 meergezinswoningen, waarvan circa de helft bij mutatie verkocht wordt. Twee blokken, bestaande uit 20 woningen, vormden de pilot voor de renovatie, waarbij voornamelijk de schil geïsoleerd werd.
Door de bestaande gevelconstructie te handhaven en aan de buitenzijde te isoleren, hebben de woningen een compleet nieuwe en frisse uitstraling gekregen. Lees verder

Ontwerpen met het penseel

door Dagmar Ebbeling

Tegenwoordig is er bij een renovatie- of groot-onderhoudsplan,  naast het aanpakken van technisch noodzakelijke mankementen, vaak wat minder ruimte in het budget voor het verbeteren van de uitstraling. Het is daarom belangrijk om de uitstraling te verbeteren met minimale extra inzet van middelen.

Het is duidelijk dat wanneer het voegwerk technisch niet meer voldoet, dit vervangen moet worden. Door goed naar de gevel te kijken kan misschien met een andere kleur voegwerk dan bestaand of door bijvoorbeeld het voegwerk wat meer terug te leggen als bestaand een geheel nieuw gevelbeeld ontstaan. Wordt daarnaast ook de gevel gereinigd dan lijken de woningen weer als nieuw. Hetzelfde geldt voor het vervangen van het dak. Dit biedt ruimte aan het uitkiezen van een andere pan of kleur pan dan bestaand, die de woning een andere uitstraling kan geven.

Het gaat om het bekijken van de technische te nemen maatregelen in het gevelbeeld. Door eventueel kleine maatregelen toe te voegen of net iets meer uit te geven aan een andere kwaliteit dan bestaand, -bijvoorbeeld het vervangen van pvc hemelwaterafvoeren door zinken hemelwaterafvoeren, of betonpannen door keramische pannen met een andere kleur-, kan een wat sobere uitstraling opgefrist worden voor een termijn van zeker 25 jaar.Blaarthem bestaande - nieuwe situatie

Ook wanneer het slechts een korte instandhoudingsbeurt voor 15 jaar betreft zijn er nog steeds mogelijkheden voor het verbeteren van het straatbeeld. Zelfs wanneer alleen een schilderbeurt wordt uitgevoerd, of een klein onderhoud waarmee het project nog een beperkt aantal jaar in stand wordt gehouden, liggen mogelijkheden om de gehele uitstraling te verbeteren. De woningen hebben dan toch een goede schilderbeurt nodig, wat ruimte geeft aan het wijzigen van kleuren. Zelfs wanneer de kozijnen van aluminium zijn is het mogelijk de kleurstelling zo aan te passen dat ingrepen uit het verleden verzacht kunnen worden.

Door het veranderen van een aantal kleine onderdelen van het gevelbeeld kan een heel nieuw en fris straatbeeld ontstaan. En dan is het echt niet altijd noodzakelijk dat er veel extra maatregelen worden getroffen. Juist door gebruik te maken van de technisch noodzakelijke maatregelen, of nu voor 15, 30 of 45 jaar onderhoud gepleegd wordt, kan de uitstraling van een hele straat veranderen en daarmee ontstaat ruimte voor verbetering. Het is alleen de kunst om deze ook te benutten.Tivoli bestaande situatie en proefwoning met aangepaste kozijnkleur dakkapel

Identiteit en duurzaam wonen

door: Martin Liebregts en Sandra Arts

Elke bewonerswisseling leidt tot een grondige aanpassing van de woning zowel bij eigenaren als huurders. Er zijn vele redenen waarom bewoners van de ene woning naar de andere gaan. Variërend van gezinssamenstelling, inkomen, werk of leeftijd. Vanuit duurzaamheid is het wenselijk dat mensen langer in hun woning blijven wonen. Dit leidt tot minder vroegtijdige aanpassing en onnodig vroegtijdige vervangingen. Je ziet al een verschil in woonduur tussen de verschillende woningtypen. Bij grondgebonden rijtjeswoningen bedraagt de woonduur ruim 18 jaar en bij gestapelde woningen (portiek) circa 10 jaar (1)
Dit is geen pleidooi of een moreel appel om minder te verhuizen. Wel is het een speurtocht naar die aspecten van de fysieke kwaliteit, die mensen binding geven aan hun woonplek.  Natuurlijk is de sociale kwaliteit zeker zo belangrijk. Maar dat is geen onderwerp voor dit artikel, ofschoon het natuurlijk een wezenlijk onderdeel van de identiteit vormt.
Degenen die ooit op zoek zijn gegaan naar een koopwoning, weten uit ervaring wat uiteindelijk de doorslag gaf bij eenzelfde prijs. Op een of andere manier appelleerde de woning en de omgeving aan een droom. Het sprak de verbeelding aan. Tegelijkertijd werden de mogelijkheden van toekomstige aanpassingen onderkend. Uiteindelijk moeten er in de loop der jaren mogelijkheden zijn – ook in financieel opzicht – om de gewenste aanpassingen te realiseren. Op dat moment is het een droomhuis voor de langere termijn.

Natuurlijk zijn dit niet allemaal rationele afwegingen in de dagelijkse praktijk. Dergelijke complexe keuzes worden met een gevoel gedaan, die achteraf te rationaliseren zijn. Dan is het dus niet alleen het tegeltje in de hal dat ogenschijnlijk het doorslaggevend argument was.
In dit artikel ‘De identiteit van duurzaam wonen’ gaan we nader in op:
•    Hoe van het rijtjeshuis een droomhuis te maken is.
•    De levensduur van woningen en de gewenste aanpassingen in de tijd.
•    De vereiste bouwstenen voor aanpassingen. Lees verder

Een ontwikkeling door de tijd

door: Sandra Arts en Haico van Nunen

De aanpak van het Laurentiusplein onderscheidt zich door verschillende niveaus. Dit sluit aan bij de dagelijkse praktijk van woningcorporaties waarbij niet meer naar één oplossing gestreefd wordt. Er zijn verschillende mensen en het toekomstperspectief van de woningen is ook verschillend. Daarom moeten er ook verschillende oplossingen bedacht worden. De aanpak van de 143 woningen in het Limburgse Voerendaal is dan ook onderverdeeld in groot onderhoud, een deel hoogniveaurenovatie en een deel cascorenovatie. Daarbij wordt er een aantal woningen gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Iedere niveau vraagt om zijn eigen aanpak en eigen technieken.

Laurentiusplein en omgeving
De 143 woningen aan het Laurentiusplein zijn in periode 1915 tot 1921 gebouwd als mijnwerkerskolonie, de sociale huisvesting voor de mijnwerkers die in de Limburgse steenkolenmijnen werkzaam waren. De woningen zijn ontworpen door de architect Jan Stuyt. De tuindorpgedachte vormde de basis van het stedenbouwkundig en architectonisch concept. Kenmerkend aan zijn ontwerpen zijn de typisch landelijke architectuur, de duidelijke scheiding tussen openbaar en privé, de ruime opzet (grote kavels) en een verwijzing naar een organische opbouw (romantisch, landelijke opzet).

Oorspronkelijk hadden de verschillende woningtypen van het complex vrijwel dezelfde plattegrond. Op de begane grond bevond zich de woonkeuken en een voorkamer, met in de bijbouw het washok en een kleine bergplaats. Op de verdieping waren de slaapkamers, waar in het algemeen met veel mensen tegelijk werd geslapen. Het klinkt nu allemaal krap bemeten, maar voor die periode waren de woningen ruim te noemen. Lees verder

De ontdekking van het eigene

door: Martin Liebregts en Sandra Arts

Beeldkwaliteit is altijd onderwerp van discussie. De essentie ligt besloten in de uitspraak ‘wanneer mensen dingen als mooi beschouwen, worden andere dingen lelijk (1). In dit geval gaat het persoonlijke oordeel over mooi en lelijk. In de beschouwing van alledag en de communicatie over beeldkwaliteit is het gewenst enige mate van objectiviteit na te streven. Hiervoor zijn begrippen en referentiebeelden nodig om het te duiden en bespreekbaar te maken. Deels is het oordeel sterk tijdgebonden, ofwel afhankelijk van de mode of waan van de dag, en ook nog eendimensionaal. Het zoeken in dit artikel is om ruimte te maken voor meer verhalen over kwaliteit.

Over een stad, een wijk en een straat zijn meerdere verhalen te vertellen. Een aardig vergelijk is het boek van Italo Calvino ‘De onzichtbare steden’, waarin Marco Polo over allerlei wonderlijke steden verhaalt aan Kublai Khan en dat het vermoeden bestaat dat verschillende verhalen over Venetië gaan, vanuit een wisselende positie verteld (2). Het is juist, dat bij de beschouwing over woonomgeving en fysieke kwaliteiten er beelden en vertellingen worden opgeroepen, die uiteenlopende aspecten en lagen belichten en verschillende interpretaties laten zien. Het boven tafel brengen van meerdere invalshoeken maakt duidelijk dat kwaliteit en wonen niet ééndimensionaal zijn.
Bij renovatie is het uitgangspunt het ontwerp van een voorganger. Hij of zij hebben in het verleden vormgegeven aan een wijk, gebouw of woning. Allerlei toevoegingen, resp. veranderingen tijdens het gebruik bepalen mede het huidige beeld. Elke renovatie begint met een plananalyse die zichtbaar moet maken wat de gedachte achter het ontwerp is en wat o.a. de kwaliteit van het beeld is. De beeldkwaliteit moet benoemd, herkend en geduid worden. Dan pas is een interventie gepast. Het beeldkwaliteitsplan moet de drager zijn tussen het verleden, het heden en de toekomst. Het doel is niet zozeer de oorspronkelijke beeldkwaliteit te herstellen, maar een nieuwe beeldkwaliteit te bepalen vanuit het begrip waarvoor het ooit bedacht was en voor wat de toekomst vraagt. In gewone taal betekent het eigenlijk ‘leren kijken’ naar de mogelijkheden.

Lees verder

Eenvoudig verkaveld in glooiend landschap

Door: Martin Liebregts en Sandra Arts 

De basis voor het renovatieplan ligt besloten in een beeldkwaliteitsplan. Hierin is vastgelegd hoe de soberheid uit het verleden gecorrigeerd kan worden: reinigen metselwerk, buitengevelisolatie op de verdieping, nieuwe puien ter plaatse van voordeuren. Als daktrim is een nieuw ontwikkelde pan gebruikt.
Verder zijn voor de woonomgeving aanvullende maatregelen bedacht om de nieuwe eigenschappen van de strokenverkaveling te verzachten: vormgeven van de erfafscheiding, terugdraaien van landjepik etc. Het resultaat is een fris ogend buurtje dat de bijnaam ‘Klein Thorn’ heeft gekregen door de ‘witte’ uitstraling. 

 In de wijk De Wieër, stadsdeel Heerlerheide te Heerlen, bezit Weller twee woningcomplexen van in totaal 396 woningen, die een stedenbouwkundige eenheid vormen door ontwerp, bouw en verkavelingspatroon. Complex 81 bestaat uit 46 blokken van ieder 6 eengezinswoningen (totaal 276) en Complex 82 uit 12 blokken van ieder 10 galerijwoningen (totaal 120). Het souterrain van Complex 82 omvat 120 bergingen, 101 garages, 2 stookruimten en 1 traforuimte.
De buurt/het deelgebied is gebouwd rond negentienzestig. De strokenverkaveling is een illustratie van de nieuwe stedenbouwkundige opvatting (licht, lucht en zon), met een sterk doorgevoerd gelijkheidsideaal. De aanwezigheid van het beperkt aantal gestapelde woningen zorgt voor enige ruimtelijke ordening door de openheid, hoogte en transparantie. Het groen vloeit bijna weg in het aangrenzende park.
Als je midden in de wijk staat, weet je eigenlijk niet of er ooit aan deze groene oase van zondagse rust een einde zal komen. Er is bijna geen hiërarchie, geen begin, geen einde. Het totaal heeft een enigszins amorfe vorm, omdat de beschikbare grond en contingenten het aantal woningen hebben bepaald. De structuur is abstract en hoeft niet te eindigen.  Lees verder