Er was eens…..

Het dilemma van verschillende perspectieven bij grootschalige renovatie 

Door Sandra Arts

Het blijft telkens weer een lastige situatie, het renoveren van woningen voor de zittende bewoners terwijl de woningen een monumentale status hebben. De overheid heeft dus ook iets te zeggen over het uiteindelijke resultaat, terwijl de eigenaar (de corporatie) het laatste woord wil hebben over wat er daadwerkelijk wel of niet gebeurt en de bewoner moet er prettig in blijven wonen.

Monumentale woningen staan er vaak al bijna honderd jaar. Destijds gebouwd volgens de toen geldende eisen en normen. In de jaren zeventig hebben deze woningen de renovatiegolf meegemaakt, waarbij het vooral ging om praktisch en functioneel, verruimen en meer daglicht. Met deze ingrepen had het beeld een minder hoge prioriteit dan nu. De uitstraling van de woningen is er na deze renovatieperiode dan ook meestal niet op vooruit gegaan.
Met de renovatieperiode die nu voor de deur staat, is er wel aandacht voor het beeld, vaak met het gevaar dat de bewoners voor hen belangrijke kwaliteiten moeten inleveren. Denk bijvoorbeeld aan de enorme, sober vormgegeven dakkapellen, die in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw op de daken van de kleine arbeiderswoningen zijn verrezen; veel ruimtelijke kwaliteit tegen vermindering van de beeldkwaliteit.

Lees verder

DESIGN & INNOVATIE WORKSHOP

Door Sandra Arts en Roel Simons

De opgave voor de bestaande bouw is aan het veranderen en daarmee samenhangend de traditionele rol van de architect. De vraag is wanneer zien we de architect terug in het proces? Of wordt de kennis en kunde op een andere manier geborgd? Want architectuur in de bestaande wijk is meer dan het bepalen van de juiste kleur of de indeling van het gevelbeeld. Architectuur gaat over het totale gebouw, zowel intern als extern, waar naast beeld de ruimtelijkheid van een plattegrond net zo belangrijk is.

Op de nagolven van de Dutch Design Week, waarin alles draait om techniek, design en innovatie hebben we vanuit onze weblog www. bestaandewijk.nl een inspiratieworkshop georganiseerd om de ideeën ten aanzien van design en innovatie in de dagelijkse ontwerppraktijk met elkaar te delen. Hoe kijken wij als architecten naar de huidige ontwerpopgave en hoe kijkt de opdrachtgever naar de bestaande woningvoorraad? Drie hedendaagse thema’s zijn hierbij aan bod gekomen; Ontwerpen in de serie van één, Denken in Componenten en Bewoners aan de knoppen. Door middel van een actieve workshop is het gesprek gevoerd over wat de invloed is van de vernieuwende ideeën in de bouw, op de architectuur, het beeld, de uitstraling in de woningbouw. Met als doel deze kennis met elkaar te delen.

In een artikelenserie zullen de komende weken de drie thema’s verder uitgediept worden. Samen met de acht deelnemers worden conclusies getrokken en visies gegeven voor de toekomst. Lees verder

Ontwerpen met het penseel

door Dagmar Ebbeling

Tegenwoordig is er bij een renovatie- of groot-onderhoudsplan,  naast het aanpakken van technisch noodzakelijke mankementen, vaak wat minder ruimte in het budget voor het verbeteren van de uitstraling. Het is daarom belangrijk om de uitstraling te verbeteren met minimale extra inzet van middelen.

Het is duidelijk dat wanneer het voegwerk technisch niet meer voldoet, dit vervangen moet worden. Door goed naar de gevel te kijken kan misschien met een andere kleur voegwerk dan bestaand of door bijvoorbeeld het voegwerk wat meer terug te leggen als bestaand een geheel nieuw gevelbeeld ontstaan. Wordt daarnaast ook de gevel gereinigd dan lijken de woningen weer als nieuw. Hetzelfde geldt voor het vervangen van het dak. Dit biedt ruimte aan het uitkiezen van een andere pan of kleur pan dan bestaand, die de woning een andere uitstraling kan geven.

Het gaat om het bekijken van de technische te nemen maatregelen in het gevelbeeld. Door eventueel kleine maatregelen toe te voegen of net iets meer uit te geven aan een andere kwaliteit dan bestaand, -bijvoorbeeld het vervangen van pvc hemelwaterafvoeren door zinken hemelwaterafvoeren, of betonpannen door keramische pannen met een andere kleur-, kan een wat sobere uitstraling opgefrist worden voor een termijn van zeker 25 jaar.Blaarthem bestaande - nieuwe situatie

Ook wanneer het slechts een korte instandhoudingsbeurt voor 15 jaar betreft zijn er nog steeds mogelijkheden voor het verbeteren van het straatbeeld. Zelfs wanneer alleen een schilderbeurt wordt uitgevoerd, of een klein onderhoud waarmee het project nog een beperkt aantal jaar in stand wordt gehouden, liggen mogelijkheden om de gehele uitstraling te verbeteren. De woningen hebben dan toch een goede schilderbeurt nodig, wat ruimte geeft aan het wijzigen van kleuren. Zelfs wanneer de kozijnen van aluminium zijn is het mogelijk de kleurstelling zo aan te passen dat ingrepen uit het verleden verzacht kunnen worden.

Door het veranderen van een aantal kleine onderdelen van het gevelbeeld kan een heel nieuw en fris straatbeeld ontstaan. En dan is het echt niet altijd noodzakelijk dat er veel extra maatregelen worden getroffen. Juist door gebruik te maken van de technisch noodzakelijke maatregelen, of nu voor 15, 30 of 45 jaar onderhoud gepleegd wordt, kan de uitstraling van een hele straat veranderen en daarmee ontstaat ruimte voor verbetering. Het is alleen de kunst om deze ook te benutten.Tivoli bestaande situatie en proefwoning met aangepaste kozijnkleur dakkapel

VERHALEN VAN HET NIEUWE BEELD, de beeldaanpassing van een rijtjeswoning

Auteurs: Martin Liebregts en Sandra Arts

Een serie over de beeldkwaliteit (4)

Het aansprekend beeld
Het beeld neemt een steeds dominantere plaats in onze maatschappij in. Wij kiezen de voorwerpen, de goederen en de omgeving, mede op basis van het beeld en de verwijzingen van de beelden naar een (veronderstelde) wereld. Je zou het ook het karakter kunnen noemen dat het beeld respecteert. De grote opkomst van alle retro-stijlen houdt mede verband met onze zoektocht naar zekerheid, al of niet gedreven door nostalgie. Geen enkele architectuurstijl is hier los van te zien. Het verleden is hier een overtuigend bewijs van, waarbij voortdurend teruggegrepen werd op het bouwen uit het verleden, met toevoegingen als klassiek, neo of retro. Bij de aanpak van de rijtjeswoningen uit de periode 1945 tot 1975 zal het te realiseren beeld ook een belangrijke rol spelen. De techniek bepaalt dan niet de (intrinsieke) waarde, maar het beeld in combinatie met gebruik van materialen (textuur).

Om hier een aanpak voor te ontwikkelen, die het unieke, eenmalige project overschrijdt, met behoud van de (lokale) exclusiviteit, zullen de bouwstenen voor de architectuur geformuleerd moeten worden, in combinatie met het te realiseren comfort. De zoektocht zal in eerste instantie toch het karakter krijgen van het duiden van de beeldkwaliteit aan de hand van referenties (zie ook 1).

Lees verder

REFLECTIE: de gevel van het blok als eenheid

Een serie over de beeldkwaliteit (2)

Door Martin Liebregts en Sandra Arts

Het verschijnsel rijtjeswoning, waarbij eenzelfde woning achter elkaar wordt geschakeld als strengperssteen, dateert pas van de jaren zestig uit de vorige eeuw. Vooral de systeembouw had hier patent op. Woningen werden niet meer gespiegeld met gecombineerde voordeuren, kopgevels kregen geen enkel accent en het dak was een doorlopend geheel. De eenvoud als beeldtaal ten top. In voorafgaande perioden was er sprake van een totaal andere beeldtaal en -traditie in de woningbouw.

Welke lessen zijn er uit het verleden te trekken en wat betekenen ze voor de aanpak van de bestaande woningvoorraad, waar het rijtje de basis van het blok vormt? De aanpak van de bestaande woningvoorraad vraagt bij de bewerking van het beeld om heroriëntatie. Maar de voortdurende vraag is, welke ruimte er bestaat in de praktijk. Alvorens deze vraag te kunnen beantwoorden, kijken we eerst terug naar het gebruik van de beeldtaal in het verleden.

Lees verder

REFLECTIE: schoonheid, uiterlijk of harmonie

Een serie over de beeldkwaliteit (1)

Door Martin Liebregts

Het was een tekst van Roger Scruton, die me ertoe verleidde dit artikel te schrijven. In het boek Schoonheid stelt hij ergens: ‘In de stedenbouw is het doel in eerste instantie dat dingen in hun omgeving passen, niet dat ze sterk opvallen… En als je wilt opvallen, moet je de aandacht die je vraagt ook waard zijn.’

Het gaat dus om alledaagse schoonheid, die verband houdt met een vorm van passendheid of harmonie, los van de smaak van de afzonderlijke personen. Want hoe vaak hoor je: ‘ik vind het niet mooi’, of ‘ik vind het mooi’. Zeker bij aanpassing van de gebouwde omgeving probeer je uit te stijgen boven het waardeoordeel van de individuele smaak. Het is vooral zoeken naar de objectieve maatstaf, die bij de beeldkwaliteit een rol speelt. En de vraag is of die bestaat, los van de tijdgeest of het moment van de mode.

Lees verder

Het gebouw en zijn duizend vaders

Het verhaal van het nieuwbouwproject ‘De Heren van Ambacht’ in Vlaardingen

 

door Martin Liebregts en Sandra Arts

Plannen maken en bouwen is vaak hollen of stilstaan. Alles moest gisteren klaar, terwijl het om de toekomst van een gebouw gaat en om het woongenot van meerdere generaties. En dan te bedenken dat tussen het eerste idee en de realisatie bijna tien jaar schuil gaat. Enige reflectie is, gezien de tijdspanne, wel op zijn plaats. Deze beschouwing richt zich zowel op het ontwerp als de realisatie van de gebouwen.

Het boek opent met de ideeën achter het gebouw, om vervolgens de mensen in beeld te brengen, die achter en voor de schermen ervoor hebben gezorgd dat de gebouwen er nu staan. Dit boek ‘Het gebouw en zijn duizend vaders’ poogt juist de mensen en hun bijdrage aan de vergetelheid te onttrekken. Dit heeft niets met romantiek of nostalgie te maken. Het is het verhaal over de identiteit van de gebouwen en de mensen.

 

Een ontwikkeling door de tijd

door: Sandra Arts en Haico van Nunen

De aanpak van het Laurentiusplein onderscheidt zich door verschillende niveaus. Dit sluit aan bij de dagelijkse praktijk van woningcorporaties waarbij niet meer naar één oplossing gestreefd wordt. Er zijn verschillende mensen en het toekomstperspectief van de woningen is ook verschillend. Daarom moeten er ook verschillende oplossingen bedacht worden. De aanpak van de 143 woningen in het Limburgse Voerendaal is dan ook onderverdeeld in groot onderhoud, een deel hoogniveaurenovatie en een deel cascorenovatie. Daarbij wordt er een aantal woningen gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Iedere niveau vraagt om zijn eigen aanpak en eigen technieken.

Laurentiusplein en omgeving
De 143 woningen aan het Laurentiusplein zijn in periode 1915 tot 1921 gebouwd als mijnwerkerskolonie, de sociale huisvesting voor de mijnwerkers die in de Limburgse steenkolenmijnen werkzaam waren. De woningen zijn ontworpen door de architect Jan Stuyt. De tuindorpgedachte vormde de basis van het stedenbouwkundig en architectonisch concept. Kenmerkend aan zijn ontwerpen zijn de typisch landelijke architectuur, de duidelijke scheiding tussen openbaar en privé, de ruime opzet (grote kavels) en een verwijzing naar een organische opbouw (romantisch, landelijke opzet).

Oorspronkelijk hadden de verschillende woningtypen van het complex vrijwel dezelfde plattegrond. Op de begane grond bevond zich de woonkeuken en een voorkamer, met in de bijbouw het washok en een kleine bergplaats. Op de verdieping waren de slaapkamers, waar in het algemeen met veel mensen tegelijk werd geslapen. Het klinkt nu allemaal krap bemeten, maar voor die periode waren de woningen ruim te noemen. Lees verder

De ontdekking van het eigene

door: Martin Liebregts en Sandra Arts

Beeldkwaliteit is altijd onderwerp van discussie. De essentie ligt besloten in de uitspraak ‘wanneer mensen dingen als mooi beschouwen, worden andere dingen lelijk (1). In dit geval gaat het persoonlijke oordeel over mooi en lelijk. In de beschouwing van alledag en de communicatie over beeldkwaliteit is het gewenst enige mate van objectiviteit na te streven. Hiervoor zijn begrippen en referentiebeelden nodig om het te duiden en bespreekbaar te maken. Deels is het oordeel sterk tijdgebonden, ofwel afhankelijk van de mode of waan van de dag, en ook nog eendimensionaal. Het zoeken in dit artikel is om ruimte te maken voor meer verhalen over kwaliteit.

Over een stad, een wijk en een straat zijn meerdere verhalen te vertellen. Een aardig vergelijk is het boek van Italo Calvino ‘De onzichtbare steden’, waarin Marco Polo over allerlei wonderlijke steden verhaalt aan Kublai Khan en dat het vermoeden bestaat dat verschillende verhalen over Venetië gaan, vanuit een wisselende positie verteld (2). Het is juist, dat bij de beschouwing over woonomgeving en fysieke kwaliteiten er beelden en vertellingen worden opgeroepen, die uiteenlopende aspecten en lagen belichten en verschillende interpretaties laten zien. Het boven tafel brengen van meerdere invalshoeken maakt duidelijk dat kwaliteit en wonen niet ééndimensionaal zijn.
Bij renovatie is het uitgangspunt het ontwerp van een voorganger. Hij of zij hebben in het verleden vormgegeven aan een wijk, gebouw of woning. Allerlei toevoegingen, resp. veranderingen tijdens het gebruik bepalen mede het huidige beeld. Elke renovatie begint met een plananalyse die zichtbaar moet maken wat de gedachte achter het ontwerp is en wat o.a. de kwaliteit van het beeld is. De beeldkwaliteit moet benoemd, herkend en geduid worden. Dan pas is een interventie gepast. Het beeldkwaliteitsplan moet de drager zijn tussen het verleden, het heden en de toekomst. Het doel is niet zozeer de oorspronkelijke beeldkwaliteit te herstellen, maar een nieuwe beeldkwaliteit te bepalen vanuit het begrip waarvoor het ooit bedacht was en voor wat de toekomst vraagt. In gewone taal betekent het eigenlijk ‘leren kijken’ naar de mogelijkheden.

Lees verder