Holle Bolle Gijs

Door Irene Edzes

De manier waarop we met ons afval omgaan lijkt fundamenteel te veranderen. Hergebruik is voor ontwerpers een niet meer weg te denken onderdeel van het productieproces. Architecten leggen zich toe op hergebruik van gebouwen en materialen, industriële vormgevers vormen bestaande producten om tot inspirerende nieuwe. En zelfs wetenschappers van NASA doen onderzoek naar hergebruik van ruimteafval. Maar waar blijft het elan als het om de manier gaat waarop wij als ‘gewone’ mensen ons afval wekelijks moeten sorteren?

Nu het gemeengoed is geworden plastic, papier en glas gescheiden in te leveren bepalen nog altijd onwelriekende containers, felgekleurde kliko’s en ontsierende verzamelingen van lege flessen het straatbeeld. Al heeft op veel plekken de ondergrondse afvalbak voor verbetering gezorgd, bezien vanuit de publieke ruimte is afvalscheiding nog steeds een noodzakelijk kwaad. Voor het grovere afvalwerk staan we op zaterdagen in lange rijen te wachten om op industriële terreinen van onze kapotte goederen te worden ontdaan.Ecopark-Alphen-aan-den-Rijn

Lees verder

Participatie in wijkontwikkeling

Door Anita van Hezik

Toen ik deze week de troonrede las, waarin gezegd wordt dat we van een verzorgingsstaat overgaan naar een participatiesamenleving, moest ik denken aan een lezing van Pieter Winsemius (tot 1 jan jl. lid van de WRR) die ik vorig jaar heb bijgewoond. Hij hield een inspirerend en duidelijk verhaal over burgerparticipatie, naar aanleiding van zijn onderzoek “Vertrouwen in de burger” (te downloaden op www.wrr.nl/publicaties). Winsemius zei dat er drie randvoorwaarden zijn om burgerparticipatie goed te laten verlopen:

  1. differentiëren; dus mensen alleen betrekken bij datgene wat ze willen en kunnen
  2. serieus nemen; het plan niet vooraf dichttimmeren en het proces zo inrichten dat hieruit blijkt dat participanten serieus worden genomen
  3. verbinders, die de brug kunnen slaan tussen burgers enerzijds en overheid anderzijds, zijn noodzakelijk; de verbinders voorkomen de wij-zij tegenstellingen.

Lees verder

EEN NIEUW ‘WARM’ UITERLIJK

Door Sandra Arts

voor renovatie

Situatie
De wijk Bloemstede in Maarssen bestaat uit een stempelverkaveling met allemaal vrijwel identieke woningen gebouwd in de periode 1973-1975. De stempels zijn gegroepeerd in zogenaamde clusters/eenheden. Binnen een cluster is een centraal parkeerplein waar omheen de woningen gerangschikt zijn.
Zowel qua uitstraling als ontwerp zijn deze woningen typerend voor de eengezinswoningen in Nederland uit deze tijd. Ze hebben een smalle beukmaat en de berging is gelegen aan de voorkant van de woning. De gevels bestaan uit betonsteen en gewassen betonnen borstweringselementen.
Woningcorporatie Portaal bezit circa 360 woningen in deze wijk. 151 kleine eengezinswoningen in een complex met het woningtype dat gerenoveerd is, 84 grote eengezinswoningen in een complex waarvan de woningen bij mutatie verkocht worden, 125 meergezinswoningen, waarvan circa de helft bij mutatie verkocht wordt. Twee blokken, bestaande uit 20 woningen, vormden de pilot voor de renovatie, waarbij voornamelijk de schil geïsoleerd werd.
Door de bestaande gevelconstructie te handhaven en aan de buitenzijde te isoleren, hebben de woningen een compleet nieuwe en frisse uitstraling gekregen. Lees verder

Bewoners aan het woord

Door Dagmar Ebbeling

Voordat we een renovatieplan maken houden we bij voorkeur een enquête onder bewoners. Dit omdat zij de woondeskundigen zijn van de betreffende woningen. Zij kunnen als geen ander aangeven waar de pijnpunten in het gebruik liggen. Dit levert waardevolle informatie op waarmee we de plannen sterker kunnen maken en waarmee we een beter draagvlak voor de te nemen ingrepen kunnen bereiken.

Vaak heeft de corporatie al veel informatie vanuit de onderhoudshistorie en vanuit het klachtenonderhoud. Ook komen tijdens bouwtechnische opnamen al veel punten aan het licht. Echter door het houden van een enquête, mits deze wordt uitgevoerd binnen een bepaald systeem, kunnen resultaten worden vergeleken.  De afgelopen 30 jaar hebben we inmiddels zoveel enquêtes op vergelijkbare wijze gehouden dat we op basis van woningtype, bouwjaar en bewonersgroep al een redelijke inschatting van de algemene beoordelingen kunnen maken. De toegevoegde waarde zijn de verborgen kwaliteiten van de woning die boven komen. Er wordt niet alleen naar de negatieve onderdelen van de woning gevraagd, maar ook naar de positieve zaken. Mensen geven aan waarom ze graag in de woning en in de omgeving wonen.

Lees verder

GEVALLETJE ASBEST

van de afdeling communicatie

door Herman van de Ven en Esther van Westen

 

We hebben het de laatste tijd allemaal kunnen volgen in de media: asbest op Kanaleneiland in Utrecht. We horen de afdelingen communicatie bij de gemeente en de woningcorporaties kraken. Moeten de burgemeester en de directeur van de corporatie terugkomen van vakantie? Jazeker! Het was tenslotte ook komkommertijd voor de media. Reken er maar op dat de NOS, RTL 4 en SBS6 bellen of onverwacht voor je deur staan; Eindelijk is er weer wat te doen!
Als journalisten niet in Zuid-Frankrijk kamperen, zijn ze waarschijnlijk gewoon aan het werk. Pech is wel dat in komkommertijd alles lekker breed uit wordt gemeten. Als afdeling communicatie heb je het dan druk. Eigenlijk wel leuk, dan kun je als organisatie laten zien hoeveel je om bewoners geeft.

Nu is asbest ook best een naar spulletje en zeker op Kanaleneiland in Utrecht, waarbij TNO al niet begreep waarom er zo’n extreem spul gebruikt is. In de tijd van de revolutiebouw na de tweede wereldoorlog was kwantiteit belangrijker dan kwaliteit, en geef nou toe; wat wisten we toen van de gevaren van asbest?

Als communicatieadviseur heb je het dan dus druk. Protocollen doornemen, vragen van journalisten noteren en terugkoppelen met je directie en de journalisten. Strategie bepalen, contact met bewoners, bewonersbijeenkomsten organiseren, directie adviseren, persconferenties beleggen, persberichten schrijven, 24 uur per dag beschikbaar; zeg maar. Druk, druk, druk met de pers. Maar leuk druk!

De kern
De kern is natuurlijk dat je gewoon doet wat je moet doen als organisatie, namelijk voor de bewoners zorgen. Ze onderbrengen, uitleggen wat er aan de hand is, 24 uur per dag open staan voor vragen en ze helpen. En de meest gekke vragen beantwoorden: “ja de hond, de kat, het konijn, de cavia brengen we onder, inderdaad die kunnen ook ziek worden.”
Maar sommige dingen zijn echter ook niet uit te leggen. Wanneer iedereen in een straal van 100 meter tijdelijk het huis uit moet vanwege besmettingsgevaar, waarom woon jij dan wel veilig op 101 meter afstand? Begin d’r maar eens aan……….

Stadsacupunctuur: kleine ingrepen, groot resultaat

Door Irene Edzes

Iedere buurt kent schurende plekken. Niet toegeëigend of onvoldoende gebruikt. Soms is het nog niet zover, maar valt het verval wel te voorspellen. Soms blijven er gewoon kansen liggen. Strategisch ingrijpen op kleine schaal kan de leefbaarheid van een buurt of een stad aanzienlijk verbeteren. Dit vraagt om kennis van grotere verbanden, besef van de cultuurhistorische achtergrond en inzicht in procedures en processen.

Het architectuurplatform FASadE organiseerde onlangs het project ‘Stadsacupunctuur’ door en voor Amersfoorters. Bewoners van Amersfoort werden opgeroepen om plekken aan te dragen die  naarstig aan verbetering toe zijn. Vervolgens werden deze bewoners  gekoppeld aan professionals (ook uit de omgeving) en zo kwamen gezamenlijk achttien verbeterplannen tot stand. Tijdens een drukbezochte avond zijn deze plannen in pecha kucha-stijl gepresenteerd.

In de inleiding refereerde Tom Bullens aan het begrip ‘serendipiteit’: een mooi woord voor het vinden van iets onverwachts en bruikbaars terwijl je op zoek bent naar iets totaal anders. Stadsacupunctuur vraagt om een open blik en een luisterend oor, want alleen zo kun je optimaal gebruik maken van onverhoeds aanwezige kwaliteiten of behoeftes.

Opvallend aan de gepresenteerde plannen was het grote aandeel groene voorstellen. Ook het tijdelijke karakter van een aanzienlijk deel van de plannen was opmerkelijk. Dit tijdelijke karakter maakt overigens dat sommige plannen vrij eenvoudig en op korte termijn al uitvoerbaar zijn. Andere voorstellen vragen meer inspanning, maar hebben wel een grote en langdurige meerwaarde. 

Nu nog zien welk van de initiatiefnemers zijn verbeterplan als eerste gerealiseerd krijgt.  Het nodigt uit tot een pecha kucha avond van opnieuw in gebruik genomen gebied. Wellicht is de aanpak ook voor andere steden interessant.

REFLECTIE: Het gevoel voor schoonheid, de basis voor vernieuwing voor de gebruiker

Een serie over de beeldkwaliteit (3)

Door Martin Liebregts en Sandra Arts

 

Schoonheid, een kwestie van beschouwen
Alle deskundigen laten zich bij hun onderzoek naar nieuwe oplossingen leiden door hun gevoel voor schoonheid. Of het nu om wiskundigen, biologen of ontwerpers gaat, de schoonheid van de oplossing en de aanwezige verhoudingen zorgen ervoor dat de zoektocht voortdurend herhaald wordt. En als je dit beweert, kom je bij de essentie van het begrip ‘schoonheid’. Het gaat om beschouwen. Reeds velen hebben hier hun licht op geworpen1. In het kader van dit artikel verwijzen we voor de ‘diepere’ overwegingen naar deze bronnen. De enige opmerking die ik wil maken is dat de woorden schoonheid en beschouwing tot dezelfde basis behoren. Bij beide gaat het om kijken. In wezen is schoonheid dus in eerste instantie een wijze van kijken.
In dit artikel willen we het over schoonheid in relatie tot de vernieuwingen in de bouw en de gebruiker hebben. Bij de gebruiker gaat het vaak om het detail, maar het detail krijgt pas een plaats in het grotere geheel. De ontwerper is degene, die eerst kijkt naar proporties (lengte, breedte, hoogte), dan naar de lijn en tot slot naar het detail 2. Maar dat detail moet passen. De bewoners zien vooral de details. Ze vinden iets mooi omdat het grote geheel klopt (de verhoudingen, compositie e.d.), het is eigenlijk een vanzelfsprekendheid geworden. Als het grote geheel niet klopt dan zullen ze iets niet mooi vinden, maar zullen zich dan toch vooral uiten op de details.

Lees verder

REFLECTIE: de gevel van het blok als eenheid

Een serie over de beeldkwaliteit (2)

Door Martin Liebregts en Sandra Arts

Het verschijnsel rijtjeswoning, waarbij eenzelfde woning achter elkaar wordt geschakeld als strengperssteen, dateert pas van de jaren zestig uit de vorige eeuw. Vooral de systeembouw had hier patent op. Woningen werden niet meer gespiegeld met gecombineerde voordeuren, kopgevels kregen geen enkel accent en het dak was een doorlopend geheel. De eenvoud als beeldtaal ten top. In voorafgaande perioden was er sprake van een totaal andere beeldtaal en -traditie in de woningbouw.

Welke lessen zijn er uit het verleden te trekken en wat betekenen ze voor de aanpak van de bestaande woningvoorraad, waar het rijtje de basis van het blok vormt? De aanpak van de bestaande woningvoorraad vraagt bij de bewerking van het beeld om heroriëntatie. Maar de voortdurende vraag is, welke ruimte er bestaat in de praktijk. Alvorens deze vraag te kunnen beantwoorden, kijken we eerst terug naar het gebruik van de beeldtaal in het verleden.

Lees verder

REFLECTIE: schoonheid, uiterlijk of harmonie

Een serie over de beeldkwaliteit (1)

Door Martin Liebregts

Het was een tekst van Roger Scruton, die me ertoe verleidde dit artikel te schrijven. In het boek Schoonheid stelt hij ergens: ‘In de stedenbouw is het doel in eerste instantie dat dingen in hun omgeving passen, niet dat ze sterk opvallen… En als je wilt opvallen, moet je de aandacht die je vraagt ook waard zijn.’

Het gaat dus om alledaagse schoonheid, die verband houdt met een vorm van passendheid of harmonie, los van de smaak van de afzonderlijke personen. Want hoe vaak hoor je: ‘ik vind het niet mooi’, of ‘ik vind het mooi’. Zeker bij aanpassing van de gebouwde omgeving probeer je uit te stijgen boven het waardeoordeel van de individuele smaak. Het is vooral zoeken naar de objectieve maatstaf, die bij de beeldkwaliteit een rol speelt. En de vraag is of die bestaat, los van de tijdgeest of het moment van de mode.

Lees verder

Van stedenbouw tot plattegrondontwikkeling

Een renovatieplan voor een uitbreidingswijk uit de jaren ’50 in Middelburg

Door Sandra Arts

De opgave
Het perspectief is om de 42 eengezinswoningen en 84 duplexwoningen opnieuw geschikt te maken voor een langlopende exploitatie, waarbij vooral de energetische prestatie verbeterd wordt. De corporatie is hierbij op zoek naar een verbeterplan voor de verschillende ingrepen die ze voor de woningen in gedachten hadden. Een gedeelte van de duplexwoningen moet bestemd worden voor een nieuwe bijzondere doelgroep, het andere gedeelte van de duplexwoningen moet ontduplext worden en eventueel verkocht als kluswoningen, waarbij alleen de schil wordt aangepakt. Voor de eengezinswoningen geldt alleen een renovatie.

Lees verder