De kracht van het grote getal

Door: Irene Edzes

De charme van het onaffe, de belofte door overmaat en verrassende contrasten; het draagt allemaal bij aan het succes van bekende herbestemmingsprojecten als Strijp-S (Eindhoven) en het NDSM-terrein (Amsterdam). Het gros van de leegstaande bedrijfsgebouwen is echter lang zo sexy niet als de voormalige Philipsfabrieken of havenloodsen. Nu de leegstand in veel steden kraakhelder in kaart is gebracht staat tegenover deze succesverhalen een reusachtige hoeveelheid onappetijtelijk, ongebruikt bedrijfsoppervlak.10335-56_1000px Lees verder

Holle Bolle Gijs

Door Irene Edzes

De manier waarop we met ons afval omgaan lijkt fundamenteel te veranderen. Hergebruik is voor ontwerpers een niet meer weg te denken onderdeel van het productieproces. Architecten leggen zich toe op hergebruik van gebouwen en materialen, industriële vormgevers vormen bestaande producten om tot inspirerende nieuwe. En zelfs wetenschappers van NASA doen onderzoek naar hergebruik van ruimteafval. Maar waar blijft het elan als het om de manier gaat waarop wij als ‘gewone’ mensen ons afval wekelijks moeten sorteren?

Nu het gemeengoed is geworden plastic, papier en glas gescheiden in te leveren bepalen nog altijd onwelriekende containers, felgekleurde kliko’s en ontsierende verzamelingen van lege flessen het straatbeeld. Al heeft op veel plekken de ondergrondse afvalbak voor verbetering gezorgd, bezien vanuit de publieke ruimte is afvalscheiding nog steeds een noodzakelijk kwaad. Voor het grovere afvalwerk staan we op zaterdagen in lange rijen te wachten om op industriële terreinen van onze kapotte goederen te worden ontdaan.Ecopark-Alphen-aan-den-Rijn

Lees verder

EERSTE ACTIVE HOUSE RENOVATIEPROJECT IN NEDERLAND

Door Sandra Arts

In Montfoort is het renovatieproject Active House gerealiseerd. De tien woningen vormden de pilot voor dit experiment in de sociale huursector.Voor de ontwikkeling van de plannen is een team gevormd van GroenWest, Velux Nederland BV, Danfoss en BouwhulpGroep BV.

http://www.velux.nl/professionals/architecten/duurzaamheid/duurzameprojecten/de_poorters

http://www.bouwhulp.nl/techniek/montfoort_poorterstraat.php

Toolkit Kanaleneiland-Zuid

Door Martin Liebregts en Sandra Arts

In opdracht van de projectgroep Kanaleneiland-Zuid is er door de BouwhulpGroep, samen met Vollmer&Partners, een toolkit ontwikkeld ter ondersteuning van de kwaliteitsaanpassing van een stempel. Het resultaat is het product van samenwerking van vele partijen (naast de twee bureaus, woningcorporaties en gemeente).

Voor de verschillende bouwstenen, resp. componenten van de stempel, zoals flatblok, met zijn diverse onderdelen (gevel, woning, entree, etc.), binnenstraat en binnenterrein, zijn uiteenlopende kwaliteitsaanpassingen benoemd. De erbij behorende afweging en consequenties zijn vastgelegd in toolbladen.

Het gaat in de praktijk niet alleen om maatregelen, maar ook om de onderliggende thema’s. Met andere woorden, waarom neem je zo’n maatregelen? En kwaliteit, die ook de emotie aanspreekt, is een belangrijke, sturende kracht bij de keuze. De thema’s die bij deze toolkit zijn gehanteerd betreffen:
–  Veiligheid en uitstraling/uiterlijk
–  Comfort en imago
–  Duurzaamheid en differentiatie

Uitgangspunt is, dat aan de basis van de maatregelen zoveel mogelijk de aanwezige kwaliteit versterkt, gecorrigeerd of weer zichtbaar gemaakt wordt. De titel van de toolkit ‘Op zoek naar het eigene’ verwijst hiernaar.

Klik hier om het gehele rapport te downloaden (7mb)

Bloemkoolwijken: wonen met groen en ruimte

Tijdens het congres ‘Bloeiende bloemkoolwijken’, mede georganiseerd door de SEV, is een workshop verzorgd door Jan Willem van de Groep en Martin Liebregts, met als titel ‘In het teken van gemoedelijkheid’. De lezing ging o.a. in op de mogelijkheden van verregaande energiestrategieën in de betreffende wijken uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Aangegeven is dat er alle kansen liggen voor een energieneutrale aanpak. Alvorens het thema van energie (-besparing/-opwekking) aan bod komt, zijn de eigenschappen van de wijk en de woningen benoemd, evenals de aanpassingsmogelijkheden (accommoderend vermogen). Tegelijkertijd wordt een aantal dilemma’s opgesomd, waarbij het aspect tijd een belangrijke rol speelt.
Om de mogelijkheden in de praktijk volop te kunnen benutten, zullen enkele kwesties opgelost of aangepakt moeten worden, die als volgt zijn te beschouwen.

 

 

Lees verder

Een wijk, een buurt, een straat, maar vooral mensen

Het gezicht van een renovatie

door Martin Liebregts en Dagmar Ebbeling

De renovatie van de Prinses Beatrixstraat in Dongen laat zien dat het altijd om wonen en mensen gaat. Het beeld vertelt de verandering in de tijd, van de planontwikkeling in 2006 tot de oplevering en herbewoning in 2011. Een doorkijk naar de hele wijk Dongen-Zuid geeft een impressie van zestig jaar wonen.

Het boekje wordt 19 december gepresenteerd aan de bewoners

Van tijdsgebonden naar tijdloos

Op zoek naar de waarde van portiekwoningen

 

door Sandra Arts

Aanleiding voor dit artikel is de nieuwbouw van 66 seniorenwoningen in Vlaardingen. Het oude gebouw heeft plaats gemaakt voor nieuwbouw omdat de portiekwoningen niet geschikt te maken waren voor de wensen van de toekomst. De belangrijkste reden was dat er senioren in gehuisvest moesten worden. Het bestaande gebouw bleek niet flexibel genoeg voor aanpassing. Met de nieuwbouw is gepoogd voldoende flexibiliteit in te brengen zodat het nog vele jaren meekan en de tand des tijds kan doorstaan. Met andere woorden dat het een duurzaam gebouw is.

Naast flexibiliteit in de woningindeling zijn ook uitstraling en type ontsluiting eigenschappen die de tijdloosheid van een gebouw bepalen. Aan de hand van deze nieuwbouw in Vlaardingen en voorbeelden van andere portiekwoningen is verduidelijkt wat de waarde van de portiekwoning is. Dit artikel verschijnt in de context van het boek ‘Het gebouw en zijn duizend vaders’ waarin stil wordt gestaan bij de betrokkenheid van duizenden vaders bij de realisatie van het gebouw.

Van passend naar flexibel
Het kenmerk van de huidige portiekwoning is dat per verdieping twee woningen grenzen aan een portiek. De structuur is vaak zo dat een travee bestaat uit vijf beuken. Per woning zijn dat twee beuken en in een beuk bevinden zich het trappenhuis en de wisselbeuk. Deze heeft een breedte van circa 2,2 meter, zodat er twee trappen naast elkaar geplaatst konden worden. Per woning is er een beuk voor het wonen en slapen. Deze is meestal 3,6 meter breed. De andere beuk is bestemd voor koken en de kleine slaapkamer. Deze beuk heeft dan een breedte van 2,2 meter zodat er een bed in de breedte in paste.

Deze beuken vormen de draagconstructie van het gebouw. De woningen van de portiekflat in Vlaardingen die gebouwd zijn in 1955 voldeden aan deze opbouw.

De levensduur van de woningen werd tien jaar geleden door de eigenaar opnieuw beschouwd. De gewenste doelgroep was senioren. Om hieraan te voldoen  moest onder andere de toegankelijkheid van de woningen aangepast worden. Ook de indeling van de woningen paste niet bij de eisen voor een seniorenwoning. Het had niet de vereiste ruimte om met gebruik van een rolstoel de woning te kunnen bewonen. Een lift zou aan het gebouw toegevoegd moeten worden omdat het niet in het trappenhuis past en de cascostructuur liet interne wijzigingen niet toe. Het gevolg van deze belemmeringen was te kiezen voor sloop en nieuwbouw.

Door de cascostructuur is de flexibiliteit ten aanzien van toekomstige wijzigingen beperkt. Een woning met een flexibele plattegrond is makkelijk aan te passen. Bij de nieuwbouw in Vlaardingen hebben de woningen een beukmaat van 7,8 meter vrije overspanning. Tussen deze afmeting bevinden zich alle woonfuncties. Hierdoor is de indeling van de woning in de toekomst eenvoudig te wijzigen.

Lees verder

Identiteit en duurzaam wonen

door: Martin Liebregts en Sandra Arts

Elke bewonerswisseling leidt tot een grondige aanpassing van de woning zowel bij eigenaren als huurders. Er zijn vele redenen waarom bewoners van de ene woning naar de andere gaan. Variërend van gezinssamenstelling, inkomen, werk of leeftijd. Vanuit duurzaamheid is het wenselijk dat mensen langer in hun woning blijven wonen. Dit leidt tot minder vroegtijdige aanpassing en onnodig vroegtijdige vervangingen. Je ziet al een verschil in woonduur tussen de verschillende woningtypen. Bij grondgebonden rijtjeswoningen bedraagt de woonduur ruim 18 jaar en bij gestapelde woningen (portiek) circa 10 jaar (1)
Dit is geen pleidooi of een moreel appel om minder te verhuizen. Wel is het een speurtocht naar die aspecten van de fysieke kwaliteit, die mensen binding geven aan hun woonplek.  Natuurlijk is de sociale kwaliteit zeker zo belangrijk. Maar dat is geen onderwerp voor dit artikel, ofschoon het natuurlijk een wezenlijk onderdeel van de identiteit vormt.
Degenen die ooit op zoek zijn gegaan naar een koopwoning, weten uit ervaring wat uiteindelijk de doorslag gaf bij eenzelfde prijs. Op een of andere manier appelleerde de woning en de omgeving aan een droom. Het sprak de verbeelding aan. Tegelijkertijd werden de mogelijkheden van toekomstige aanpassingen onderkend. Uiteindelijk moeten er in de loop der jaren mogelijkheden zijn – ook in financieel opzicht – om de gewenste aanpassingen te realiseren. Op dat moment is het een droomhuis voor de langere termijn.

Natuurlijk zijn dit niet allemaal rationele afwegingen in de dagelijkse praktijk. Dergelijke complexe keuzes worden met een gevoel gedaan, die achteraf te rationaliseren zijn. Dan is het dus niet alleen het tegeltje in de hal dat ogenschijnlijk het doorslaggevend argument was.
In dit artikel ‘De identiteit van duurzaam wonen’ gaan we nader in op:
•    Hoe van het rijtjeshuis een droomhuis te maken is.
•    De levensduur van woningen en de gewenste aanpassingen in de tijd.
•    De vereiste bouwstenen voor aanpassingen. Lees verder

Duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit

door: Martin Liebregts en Sandra Arts

Voortdurend zijn we op zoek naar die kwaliteit in de gebouwde omgeving, die de tand des tijds doorstaat. Het is vaak niet het moment van de dag die de kritiek van de tijd doorstaat. Behagen voor vandaag leidt vaak naar vergankelijkheid voor morgen. Tijdens de vakantie bezoeken we vaak oude steden en dorpen om te proeven hoe cultuur, kwaliteit en tijd samen tot een doorleefde belevingswaarde zijn gekomen. We slenteren er rond en voelen ons – als het niet te druk is – prettig.
Als het om de gebouwde omgeving gaat, is het toch ook vaak de eerste impressie. Voel je je er prettig. Als je jaren later met meer ervaring terugkomt, kun je het eindelijk ook verklaren. Daarom vormen drie projecten, die ik al bijna dertig jaar ken, de leidraad om iets te zeggen over duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. Het zijn drie wijken in Eindhoven: De Bazelbuurt, het Witte Dorp en ’t Ven. Ze vertegenwoordigen drie perioden van het bouwen (1920, 1935 en 1950). En nog steeds beschouw ik deze buurten als van een hoge kwaliteit. De tijd heeft er alleen toe geleid dat ik steeds beter ben gaan begrijpen waarom hier sprake is van een DUURZAME, RUIMTELIJKE KWALITEIT.
Vaak moet je door je oogharen heen zien wat de oorspronkelijke kwaliteit was. De tand des tijds maakt veel slachtoffers.

Lees verder