HET WONEN VERBETEREN, DE CONDITIES VERANDEREN

Door Martin Liebregts

Veranderen in plaats van verklaren
Voortdurend pogen we de wereld te verklaren, maar het gaat in wezen om die te veranderen en te verbeteren. En de theorieën zijn slechts hulpmiddelen, die vaak een beperkte levensduur hebben en werken zolang ze binnen de eigen randvoorwaarden opereren. Bij verbeteren gaat het om scheppen van nieuwe condities. En dat gebeurt niet door eenlingen. Het verbeteren is niet een eenmansbedrijf, maar een gemeenschappelijke aangelegenheid. Deze gedachte kwam bij me op bij het lezen van het boek ‘De wereld veranderen’ van John-Paul Flintoff (1). In dit boek verwijst hij naar Leo Tolstoj.

‘De Russische romanschrijver Leo Tolstoj was een van de eersten die opmerkte dat het nauwkeuriger was om te zegen dat de geschiedenis was opgebouwd uit het gezamenlijk effect van de vele kleine dingen die doodgewone individuen iedere dag doen: ‘Een oneindig groot aantal oneindig kleine dingen’. Hiermee wordt de geschiedenis van de ‘grote-mannen-theorie’ naar de prullenbak verwezen.’

Een tweetal overwegingen riep dit bij mij op ten aanzien van de actuele aanpak van de vraagstukken rond Bouwen en Wonen:
• ‘Het gebouw en zijn duizend vaders’: niemand bouwt iets alleen (2).
•  Het Collectief bouwmeesterschap: het samenspel tussen alle partijen en de verandering erin (3).
Het zijn twee thema’s, die voortdurend bij me opkomen als het om de actuele verandering in het bouwen gaat. Ze stijgen uit boven begrippen als ‘ketenintegratie’ en ‘co-makership’, omdat ze een waardeoordeel uitspreken over de gezamenlijke activiteiten. Het is geen technische aangelegenheid, maar veeleer een bewustzijn zoals dat uit de verwijzing van Tolstoj blijkt.

‘Het gebouw en zijn duizend vaders’
Deze titel duidt op de sterke betrokkenheid van mensen bij de werkzaamheden die ze uitvoeren. Het aardige van (ver)bouwen is dat iedereen het kan zien. Dit geldt zowel voor de direct betrokkenen, de (toekomstige) gebruikers als de passanten en bezoekers. Het is en blijft zichtbaar. De kunst van het (ver)bouwen is dat iedereen trots is of wordt over het eindresultaat, nu en op termijn. ‘Het gebouw en zijn duizend vaders’ poogt hieraan invulling te geven. Het vormt de titel van een boek, dat is uitgegeven bij de oplevering van een nieuwbouwproject en was deels gebaseerd op de portretten van alle mensen die een bijdrage hadden geleverd aan de totstandkoming van de woningen, variërend van de steenbakker tot de ambtenaar van Bouw- en Woningtoezicht. We moeten ons steeds meer bewust zijn dat de verandering het werk is van veel betrokken mensen. Het is dus meer een zaak van een collectief dan van een eenling.

Collectief bouwmeesterschap
Dit begrip gaat een stap verder en duidt op de verandering op de taken en verantwoordelijkheden tussen alle betrokkenen in de bouw. Bij ‘Het gebouw en zijn duizend vaders’ gaat het om de maatschappelijke en morele beschouwing. Ingeval van het collectief bouwmeesterschap betreft het de voortdurend veranderende positie die in de bouw door alle betrokkenen wordt ingenomen. De architect is niet meer de allesomvattende bouwmeester, de opdrachtgever is niet de statische opdrachtgever en de bouwer verandert ook voortdurend van positie. Het collectief moet dus vormgeven aan de kwaliteit, waarbij de taken en verantwoordelijkheden voortdurend kunnen veranderen. Meer dan ooit is de legitimatie van de (eigen) toegevoegde waarde een noodzakelijk aspect van samenwerking. Met andere woorden: Wat heb je toe te leveren aan het team?

Bronnen
(1)    ‘De wereld veranderen’, John-Paul Flintoff, Utrecht, 2012
(2)    ‘Het gebouw en zijn duizend vaders’, Martin Liebregts en Sandra Arts, uitgeverij Æneas, Boxtel, 2010
(3)     ‘Collectief bouwmeesterschap als netwerk’, Martin Liebregts, 18 oktober 2010, kennisbank Bestaandewoningbouw.nl.